De Gouden Flandrien
De Gouden Flandrien
Zaterdag 05 april : Op het hoogtepunt van het klassiekerseizoen verdringen 16.000 fietsers elkaar op en rond de hellingen en de kasseien van de Ronde van Vlaanderen. Een invasie, want iedereen wil daags voor de profs zelf een deel van het parcours fietsend of wandelend afleggen. De beelden van elkaar de huid volscheldende fietsers zijn gekend, en hilarisch.
Zondag 18 mei : De VIP-tenten zijn verdwenen, de achtergelaten rommel is opgekuist en gegarandeerd zullen veel fietsen sinds 5 april dan ook onaangeroerd gebleven zijn. De rust over de Vlaamse Ardennen is al lang teruggekeerd als ik om half zes in de morgen door het glooiend landschap naar Oudenaarde rij. De zon komt op en het belooft mooi fietsweer te worden. Er is geen kat te zien op straat maar in de tempel van de flandriens, het Centrum Ronde van Vlaanderen, heerst al een gezellige drukte. Na een onderbreking van een jaar wordt vandaag de 7e Gouden Flandrien verreden.
Het concept ?
Heel simpel. Sinds jaar en dag zijn drie fietsroutes in de Vlaamse Ardennen uitgepijld ( vorig jaar werden deze hertekend). Deze routes starten telkens aan het CRVV. Van een kandidaat-Gouden Flandrien wordt gevraagd om de 3 routes in 1 vloeiende beweging uit te rijden, wat goed is voor 250 km fietsplezier. Door wegwerkzaamheden en om tot de maximale 250 km komen worden onderweg wel enkele stukken van de routes weggelaten maar toch dienen nog 25 officiële hellingen, evenveel onofficiële puisten, en 25 kilometer kassei overwonnen te worden. Na iedere lus komt men terug in het CRVV voor een controle en bevoorrading. Onderweg zijn ook nog een aantal controles, waarvan zelfs één geheime, en 3 bevoorradingen voorzien. Er wordt gestart om 7 uur, in groep, en de aankomstcontrole sluit om tien uur ’s avonds. Waarvoor doen we nu zoiets ? Voor de eer ? Voor de foto bij de gouden kassei aan de aankomst ? Voor de gouden bidon of voor het ludieke getuigschrift ? Of is het voor het unieke shirt dat voor zenuwachtigheid zorgt als je er mee verschijnt in een peloton langs de Leie ? Ik zou het niet weten . Waarschijnlijk is ’t enkel uit liefde voor de fiets.
De Gouden Flandrien is dan wel een toertocht, toch wordt er een heel klein beetje competitie (en folklore) ingebouwd. Na de inschrijving worden de deelnemers een schitterend rugnummer opgespeld, dat onderweg dienst zal doen als stempelkaart en na de rit wordt een onofficieel klassement opgemaakt.
De feestzaal van het CRVV is ondertussen al goed gevuld en ik herken veel gezichten die ook de voorbije jaren van de partij waren. Het is mijn zesde deelname (ik miste enkel de eerste uitgave) en door de jaren heen is een goede band ontstaan tussen de reguliere deelnemers. Links en rechts worden de trainingsschema’s van de voorbije weken en onder de loep genomen en wordt de geplande tactiek nog eens overlopen. Er worden nog wat tips gegeven aan angstige debutanten, het gaat dan vooral over ‘veel eten, veel drinken en veel doseren’. Wie kan vult de calorievoorraad nog wat bij, maar dan worden we door Freddy Maertens, megafoon in de hand, vriendelijk aangemaand om ons stilaan te gaan opstellen aan de startlijn.
Klokslag 7 uur worden de 145 dapperen de baan opgestuurd en net zoals tijdens alle grote klassiekers zijn de eerste kilometers geneutraliseerd. We rijden netjes achter de gekende Volvo in de Moltenikleuren van het CRVV die ons keurig uit het centrum van Oudenaarde leidt. Even verder zet hij zich aan de kant, Freddy laat de vlag zakken, en weg zijn we. Mijn Gouden Flandrien 2014 is begonnen.
Ik nestel me rustig in de kop van het peloton maar en tracht zo economisch mogelijk te rijden. Doseren is de boodschap maar daar heeft niet iedereen het op begrepen en er wordt gereden alsof de aankomst om de hoek in Ronse zou liggen. Wie nu al te diep in het krachtenarsenaal gaat zal zich dit later nog beklagen.
De blauwe lus mag dan wel de kortste afstand hebben, de makkelijkste is ze allerminst! Nijdige hellingen uit de finale van de Ronde volgen elkaar op. Over een totaalafstand van 78 km, krijgen we maar liefst negen kuitenbijters voor de wielen geschoven. De Oude Kwaremont opent de rij maar dan volgen in sneltempo de Paterberg, Koppenberg, Steenbeekdries, Taaienberg, Muziekberg, Kruisberg, Hoogberg en Mont de l'Enclus! We krijgen dus al meteen de beruchtste hellingen uit de Ronde voor de kiezen zodat de eerste schiftingen niet lang op zich laten wachten.
Na de Koppenberg gaat een trio er vandoor, zij zijn te sterk voor de rest van het gezelschap en we zien ze nooit meer terug. Met het eerste peloton draaien we goed rond zonder er echt koers van te maken en zo draaien met een man of 20 het binnenplein van het CRVV op voor de verplichte eerste controle en een snelle hap. De zon is ondertussen al van de partij, arm- en beestukken kunnen dus al achtergelaten worden.
Met de helft van de groep beslissen we om op de gele lus zo lang mogelijk samen te blijven.
De ingekorte gele lus is gemaakt voor de kasseivreters! Deze 78 km lange route met veel gevreesde kinderkopjes, leidt ons langs de mooiste plekjes van de Vlaamse Ardennen. We rijden richting Zottegem en komen o.m. Nokereberg, Den Ast, de Kortendries, de Molenberg, de Wolvenberg en de Kattenberg tegen. Daarnaast hobbelen we onderweg ook over de Huisepontweg, Lededorp, de Doorn, de Jagerij, Kerkgate , de Holle weg en de Ruiterstraat. We rijden op de hellingen en de kasseistroken ons eigen tempo en hergroeperen na iedere hindernis. Op Den Doorn houden we het rustig om ons materiaal te sparen op deze zware kasseistrook. Mijn Scatto kreeg het de voorbije weken hard te verduren maar vandaag blijf ik gespaard van materiaalpech. Op de kasseien van Mater valt onze groep definitief uit elkaar. Wie vanochtend teveel woekerde met de krachten betaalt nu al de rekening, we blijven met 4 man over en rijden om kwart na twaalf voor de tweede keer het CRVV binnen.
De rode lus is er voor de liefhebbers van de oude finale van de Ronde. Het traject van 95 km voert ons richting krakelingenstad Geraardsbergen waar de beruchte Muur ligt te wachten. Op deze lus vinden we verder ook de Achterberg, Onderbossenare, de Foreest, de Steenberg, de Valkenberg, de Berendries, de Elverenberg en Fayte alvorens in het drukke Geraardsbergen de Vesten op te draaien naar de Muur. Er heerst een goede verstandhouding in onze grupetto en zonder elkaar kapot te rijden houden we er een mooi tempo op na. Ik kan me de hele tijd goed handhaven tussen het jong geweld van mijn compagnons de route maar voel op de Muur toch dat de vermoeidheid begint door te wegen.
Gelukkig hebben we na de passage van Geraardsbergen de wind in de rug maar het blijft onafgebroken op en neer gaan. Deze Gouden Flandrien lijkt lastiger te worden dan elk van zijn voorgangers die op het oude parcours verreden werden. De laatste bevoorrading, boven op de Eikenmolenberg, komt dan ook net op tijd en we nemen ruim de tijd om voor een laatste keer de reserves aan te vullen. Van hieruit resten ons maar 28 km naar Oudenaarde maar de Kortendries, de Pottenberg, de Kapelleberg en de Eikenberg kunnen nog roet in het eten te strooien. In de afdaling naar de Pottenberg maak ik een fout. Ik trek me op gang om snelheid te maken om zo de komende helling met de nodige beginsnelheid aan te vatten. Ik rij vlot naar boven maar jammer genoeg heb ik in de afdaling een afslag gemist. Mijn compagnons hebben nog geroepen maar ik hoorde het niet, en daardoor bevind ik me nu ineens boven op een verkeerde helling. Dan maar snel rechtsomkeer maken maar voor het laatste deel van de rit sta ik er nu dus alleen voor en bovendien wacht er me nog een verrassing. Het parcours leidt me naar de Leberg, die ik vandaag moet afdalen in plaats van beklimmen.. Beneden wordt ik dus, zo laat op de dag, nog de kasseien van de Haaghoek opgestuurd. Vooral het stijgende laatste deel is een marteling voor lijf en leden, net zoals de laatste helling van de dag. De Eikenberg is al niet mijn favoriete helling maar vandaag lijkt hij dubbel zo hoog, steil en vooral héél lang. Boven kijk ik nog eens om, er zijn geen achtervolgers te bespeuren, en ik kan me rustig de Edelare laten afbollen recht naar het eindpunt. Ik klok af op 9 uur 40 minuten en meld me als zevende aan bij de eindcontrole, goed voor een 6e achtereenvolgende toptienplaats.
’t Is 25 graden warm maar er wordt me direct een welgekomen boterham met kaas in de handen geduwd. De douche, die moet nog even wachten want er mogen enkel ongewassen Gouden Flandriens op de foto met de gouden kassei.
Tegen een soldenprijsje kan een nieuw GoudenFlandrienshirt aangeschaft worden en op een stijlvolle oorkonde staat volgende tekst geschreven :
“Hiermede verklaren en verkondigen de organisatoren van den zevenden Gouden Flandrien, een fietsproef op zondag 18 mei 2014 over 250 kilometers in die beruchte Vlaamsche Ardennen alovver 25 onbarmhartige hellingen en voerend over 25 km kasseiwegels, dat genaamde … dezen vreselijken proef tot een goed einde heeft gebracht. Onze felicitaties met dezen dapperen daad. Voor waar ende waarachtig verklaard door de president, de secretaris en de penningmeester van het comiteit.
Ik had nu wel zin in een beetje rust of zelfs een dutje, maar het mooiste moest nog komen. De Gouden Flandriens mochten ’s avonds aanschuiven aan een rijkelijk banket. Er werd gegeten met gouden couverts en de opdiensters droegen gouden botjes, rokjes en topjes. Op maandag werd ik al ontvangen op het gemeentehuis, bij ”zeg maar Kurt”, het zijn bijna verkiezingen weet u en ’s namiddags werden mijn gouden schoenen en stuurlinten per expres koerier afgeleverd. Dinsdag kreeg ik een Email van Eddy Merckx met de vraag of ik a.u.b. de prototypes van de fietsmodellen voor volgend jaar zou willen uittesten. Tegen een mooie vergoeding, uiteraard. Buurman Roger kwam ook langs, met het verslag van de stichtingsvergadering van mijn supportersclub. Vrijdag al zou de openingsfuif doorgaan en Stijn Devolder had al toegezegd,… om de pinten te komen tappen. Sep Vanmarcke zou een uurtje platen komen draaien.
Het werd me eigenlijk allemaal wat te veel en toen werd ik wakker, badend in het zweet. ’ t Zal toch niet waar zijn zeker ? Ik had dit alles dus gedroomd !. Paniek overmeesterde mij en strompelend in het donker bereikte ik de badkamer. Ik stak het licht aan en kon opgelucht ademhalen. Daar zag ik hem dan, in de spiegel, mijn Gouden Flandrientrui, … en hij zat nog netjes rond mijn schouders. Dàt had ik dus niet gedroomd !