Mijn gevecht tegen kanker, Romina!
Inleiding
Ik, Romina, studente van 20 jaar, kreeg eind augustus 2012 te horen dat ik een kwaadaardige, vergevorderde lymfeklierkanker had. Het was alsof mijn wereld instortte en dat terwijl ik nog in de fleur van mijn leven zit. De oorzaak van de ziekte van Hodgkin is noch gekend, noch erfelijk. Ik ben in behandeling in AZ Brugge. De talrijke, pijnlijke onderzoeken zoals biopsies, puncties en scans wegen zwaar door. Het beloop en het wachten op uitslagen zorgen voor vermoeiende, stresserende dagen. Mentaal en fysiek is het heel zwaar, zowel voor mijn omgeving als voor mezelf.
De dokters hebben vastgesteld dat ik zware chemo moet ondergaan om te kunnen genezen, maar deze draagt ook negatieve gevolgen met zich mee. Zoals vruchtbaarheidsproblemen, haar verliezen, heel vatbaar zijn voor veel ziekten en misselijk zijn.
Het is heel moeilijk om te aanvaarden, als meisje, dat je haar uitvalt. Vooral als je een zus hebt die uren in de badkamer staat om haar mooi te maken en jij daarnaast staat en in amper 5 minuten gedaan hebt. Een pruik dragen is ook niet alles, het jeukt veel, maar het maakt wel deel uit van mijn leven. Mensen kijken wel raar als ik enkel een sjaaltje draag, je bent je identiteit een beetje kwijt. Je haar bepaalt hoe je als persoon eruit ziet.
Alles is moeilijk te vatten. Het is een lange weg naar genezing met ups en downs. Ik heb nog nooit in gans mijn leven in zo’n korte periode zoveel pijn gehad en tranen laten vloeien. Ik smeek iedere dag om de pijn weg te nemen. Dan denk ik, aan welk deel van mijn lichaam heb ik nu nog geen pijn gevoeld.
Mijn dokter raadde mij aan om mijn laatste schooljaar niet te doen en dit volgend jaar te voltooien. Dit was voor mij geen optie. Ik ben koppig geweest, en heb gezegd, neen ik wil kost wat kost mijn diploma behalen. Waar een wil is, is een weg. En moest ik alle dagen thuis zitten, en piekeren, word ik alleen maar depressief. Ik moest iets om handen hebben. Ik moest een doel hebben om toch te blijven doorgaan. Afhaken was geen optie enkel maar mijn gedachten verzetten. Ik heb mijn school hierover ingelicht en zij hadden veel respect voor mij. Mijn leven bestond uit ziekenhuislogementen en daarnaast proberen om naar school te gaan. Dit is mij tot nu toe gelukt. Mijn wilskracht nemen ze niet af en dat mag zo erg zijn als het is. In mijn hoofd ben ik erg actief, jammer genoeg kon mijn lichaam niet meer mee. Al mijn spieren waren aangetast door de chemo, waardoor ik heel zwak werd en nauwelijks de trap op kon. Hoe erg mijn ziekte ook is, ik moet ervoor blijven gaan, ook al zie ik het soms niet meer zitten. Maar met de steun van familie en vrienden hou ik er de moed in.
Volgende week volgt deel 2!